Acties tegen Militarisme

Ontwapen!


Hoge Raad: Gebruik Volkel-kernwapens desnoods rechtstreeks tegen steden rechtens geoorloofd

Geplaatst op 16/06/2013 door ontwapen

De ‘onofficiële’ bekendmaking door Lubbers en Van Agt dat in ons land permanent kernwapens aanwezig zijn, roept een aantal belangrijke politieke en juridische vragen op. En dan niet in de eerste plaats of onze voormalige minister-presidenten zich hiermee schuldig zouden hebben gemaakt aan het plegen van een ernstig strafbaar feit in de vorm van het schenden van een staatsgeheim, zoals thans door het OM in onderzoek zou zijn genomen.

Want de, ongetwijfeld weloverwogen, ‘dreiging’ die het OM daarmee boven de hoofden van deze twee laat hangen kan immers al op het eerste gezicht niet meer zijn dan megalomane grootspraak van dit instituut. Al is het alleen maar reeds omdat ook het OM zich zeer wel zal realiseren dat een strafrechtelijke vervolging van Lubbers en Van Agt, alsmede een daarop volgend strafproces, zonder meer zal kunnen leiden tot het verdere onthullingen over deze kernwapens en daarmee verbonden verwikkelingen, nu en in het verleden. Waar van officiële zijde immers niemand belang bij heeft, integendeel. Het OM zal dan ook, als puntje bij paaltje komt, dit risico bepaald niet willen nemen.

Het zijn dan ook andere juridische kwesties, die hier veel meer inhoud hebben. Een van de belangrijkste hiervan is of Nederland, met het permanent aanwezig hebben van massavernie­tigingswapens op ons grondgebied, niet een flagrante schending pleegt van het Non-Proliferatieverdrag (NPV), dat ons land mede heeft ondertekend. Een schending van het internationale recht die een reden vormde om andere landen, zoals Irak, met nota bene Nederlandse steun in oorlog te storten. Doorslaggevend voor de vraag of met de voortdurende aanwezigheid van kernwapens op Nederlandse bodem sprake is van een dergelijke ontoelaatbare inbreuk op het NPV is daarbij de niet van wie deze kernwapens zijn, maar wie daar uiteindelijk over gaat. Waarbij uiteindelijk beslissend is welke mate van zeggenschap Nederland heeft over het eventuele al dan niet daadwerkelijke gebruik daarvan in voorkomende gevallen. Hoe meer zeggenschap ons land daarover heeft, hoe meer Nederland daarmee de contou­ren heeft van een volledige kernwapenstaat. En wel van een, naar geldend volkenrecht, volstrekt illegale kernwapenstaat.

Ons land dreigt daarbij dan ongetwijfeld overi­gens ook nog eens verzeild te raken tussen Scylla en Charybdis. Want als Nederland dus wezenlijke macht zou hebben over het eventuele gebruik van deze kernwapens in voorkomend geval, dan ontpopt het zich hiermee immers als een volwassen kernwapenstaat. Maar zou ons land werkelijke macht over het gebruik van deze massa­vernietigingswapens zou ontberen omdat daarover uiteindelijk de Amerikanen zouden gaan, dan dreigt Nederland zich volkenrech­te­lijk in het verderf te storten als de VS ooit zouden over­gaan tot een daadwerkelijke inzet hiervan buiten de wil van ons land. Dat dan voor een dergelijke gebruik vanaf Nederlands grondgebied immers desalniettemin de volledige volkenrechte­lijke aansprake­lijkheid onder ogen zal hebben te zien. En dit dan aangezien Nederland alsdan niet zou hebben verhinderd dat van deze kernwapens vanaf ons grondgebied gebruik zou zijn gemaakt.

Over deze kwesties is ten tijde van de totstandkoming van het Kruisrakettenverdrag, waarvoor het toenmalige kabinet-Lubbers de verantwoordelijkheid droeg, uitvoerig parlementair gedelibereerd. Maar deze kruisraketten zijn uiteindelijk nooit op ons grondgebied terecht gekomen. De Volkel-kernwapens dus wel, zodat het onvermijdelijk is dat deze discussie omtrent de vraag ‘zijn we, met deze permanente aanwezigheid van deze Volkel-kernwapens op ons grondgebied, een kernwapenstaat in de zin van het NPV of niet?’, opnieuw de kop op steekt.

Doorslaggevend voor het beantwoorden van deze vraag zal wel­licht kunnen zijn de inhoud van het verdragskader op grond waarvan deze kernwapens zich op Nederlandse bodem bevinden. Maar dit verdragskader, dat onvermijdelijk zal bestaan is, in tegenstelling tot het Kruisrakettenverdrag dat in volle open­baarheid parlementair is behandeld, even geheim als de aanwe­zigheid van de Volkel-kernwapens zelf. ‘Niemand’ weet dus wat daar in staat. En zodoende weet dus ook ‘niemand’ hoe een eventueel gebruik van deze kernwapens daarin zou zijn geregeld en wie daarover de uiteindelijke beschikkingsmacht bezit, Nederland of de Verenigde Staten.

Het gaat hier om een cruciale kwestie en enkele zaken zijn daarbij van groot belang. Allereerst is het natuurlijk zonder meer Middeleeuws dat elke parlementaire controle hier ont­breekt. Sterker nog, het is een absolute gotspe dat het com­plete Nederlandse politieke circus zich hier als een zwakzin­nigengesticht gedraagt en welbewust de handen voor de ogen slaat om maar niet te hoeven weten wat zich hier afspeelt. Het tweede punt is dan dat de Nederlandse regering, in NAVO-verband, zich altijd al op het standpunt heeft gesteld dat kernwapens daadwerkelijk zouden kunnen worden gebruikt. Zoals dit al eind jaren zeventig uitdrukke­lijk aan de Tweede Kamer kenbaar werd gemaakt. Daarbij werd begin jaren tachtig het parlement nog eens in kennis gesteld van het feit dat een eventuele inzet van kernwapens tegen steden, ook wat Nederland betreft ‘de hoeksteen en het sluit­stuk’ zou vormen van de nucleaire politiek van de NAVO. Het derde punt is dat inmid­dels ook de Nederlandse rechterlijke macht, tot in hoogste instantie, heeft bepaald dat een daad­werkelijk gebruik van kernwapens vanaf Nederlands grondgebied in voorkomende geval­len rechtmatig en rechtens toelaatbaar zou zijn. Onze eigen Hoge Raad heeft, in civiele massaprocessen die de over vele decennia door duizenden vredesaktivisten hier te lande zijn gevoerd, bij uitspraak van 21 december 2001 uitein­delijk zelfs de gruwelijk misdadige uitspraak gedaan dat ook een, desnoods bij wijze van eerste kernwapengebruik, inzetten van zware strategische kernraketten tegen steden, rechtens toelaatbaar zou kunnen zijn. In een vervolg-proces dat daarop, wederom door duizenden eisers, werd gevoerd be­paalde het Gerechtshof in Den Haag bij arrest van 14 september 2010 uiteindelijk dat de Hoge Raad bij deze uitspraak van 21 december 2001 inderdaad heeft vastgesteld “dat een situatie denkbaar is, te weten een situatie waarin het inherente recht op zelfverdediging aan de orde is, waarbij het fundamentele recht op het overleven van de staat op het spel staat, in welke situatie ‘een eerste gebruik’ van kernwapens op bevol­kingscentra niet zonder meer onrechtmatig is.”

Politiek en juridisch bestaan er dus voor een eventueel ge­bruik van kernwapens, althans wat ons land betreft, geen doorslaggevende beletselen. Waar dan als vierde belangrijke belangrijke punt nog bijkomt dat inmiddels de hand is gelegd op documenten waaruit blijkt dat het een eventuele daadwerke­lijke inzet van kernwapens op Volkel met behulp van Nederland­se F-16′s, uitgerust met een nucleaire taak ook nog eens regelmatig wordt geoefend. En tenslotte staat inmiddels vast dat honderden miljoenen euro’s zullen worden uitge­trokken om de Volkel-kernwapens en overige kernwapens in Europa te moderniseren en om de JSF uit te rusten met draag- en lanceersyste­men hiervoor, geld dat de Amerikanen voor een deel van ons terug­verlangen.

De kernwapens op Volkel zijn dan ook geenzins ‘malle dingen’, zoals ze door Lubbers werden betiteld. De werkelijkheid gebied om vast te stellen dat ze deel uitmaken van het Neder­landse wapenarsenaal, dat ermee wordt geoefend, dat ze zullen worden gemoderniseerd en dat onze eigen Hoge Raad heeft uitgemaakt dat ze in voorkomend geval ook daadwerkelijk zullen mogen worden ingezet, desnoods ook rechtsteeks tegen steden.
In het licht van deze hoogst ernstige realiteiten is iemand die deze kernwapens aanduidt als ‘die malle dingen’ vooral ook zelf een mal­loot.

mr. N.M.P. Steijnen,

advocaat internationaal recht

Leave a Reply




↑ Top